Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dat ook de mens [49]zijn tijd niet weet, gelijk de vissen, die gevangen worden met [50]het boze net; en gelijk de vogelen, die gevangen worden met den strik; gelijk die, [alzo] worden de kinderen der mensen verstrikt, ter bozer tijd, wanneer derzelve haastelijk over hen valt. 49. Te weten de tijd zijns dood, of des ongeluks, dat hem wedervaren zal. Ja, hij weet het zo weinig als de vissen weten wat hun is nakende. Zie de aantekening bij Ps.81:16. 50. Dat is, met het schadelijke net. Want als de vissen gevangen zijn, zo worden zij gedood. Aldus wordt straks in dit vers de tijd boos genoemd ten aanzien van het kwaad, dat de mens daarin bejegent.